Favoriete struik: sporkehout!
Deze maand zet ik een onopvallende, maar hele nuttige, inheemse struik in het zonnetje: sporkehout of vuilboom genaamd (wetenschappelijke naam: Frangula alnus; voorheen Rhamnus frangula). Het is een van mijn favoriete struiken en ik probeer hem in ieder beplantingsplan een plekje te geven!
Onopvallend, maar toch favoriet? Jazeker! En wel om de volgende redenen:
- Sporkehout draagt bij aan de biodiversiteit, omdat de plant veel nectar produceert voor tal van insekten. De bloeitijd is lang, namelijk van mei tot september. De kleine bloemen zijn groen-wit en staan in de bladoksels. Terwijl de plant nog aan het bloeien is, vormt hij ook al bessen. Die bessen verkleuren van groen naar rood en later zwart. Ze zijn een goede voedselbron voor vogels. Niet voor mensen overigens: voor mensen zijn de bessen giftig.
- Sporkehout is bovendien de waardplant voor de rupsen van drie soorten vlinders: het groentje, de citroenvlinder en het boomblauwtje.
- De struik wordt niet groot (1,5 tot 5 m), en is meestal meerstammig. Hij is goed te snoeien, maar maakt dan ook snel weer nieuwe takken. Mogelijk komt de naam ‘sporkehout’ daar vandaan; het zou een verbastering van ‘sprokkelhout’ kunnen zijn. De struik houdt van vochtige, licht zure, zanderige bodems, maar verdraagt ook droogte. Hij staat graag in de zon, maar doet het ook in (half-)schaduw. Kortom: een makkelijke struik voor in een ecologische tuin!
- Tot slot: over smaak valt niet te twisten natuurlijk, maar ik vind hem ook nog eens mooi, met zijn eironde bladeren en donkere stam.
Dus: heb je nog plek voor een struik in je tuin en wil je iets bijdragen aan de biodiversiteit? Plant dan sporkehout!
P.S. Wil je meer weten over het planten van struiken/heesters, lees dan ook eens mijn blog over inheemse hagen.
