Merel in meidoorn

Bloeiboog tip – januari 2024

Verruil een dode schutting voor een levende haag!

We zijn in Nederland aardig op dreef met het ‘tegelwippen’: minder tegels en meer groen in onze tuinen. Ik zou daar voor 2024 een goed voornemen aan toe willen voegen: laten we zoveel mogelijk hagen planten voor meer biodiversiteit en tuingeluk! Haag of heg: het verschil hiertussen wordt voornamelijk bepaald door de frequentie van snoeien; een haag is in de regel ‘strakker’ dan een heg. Ik schrijf hier verder ‘haag’, maar bedoel daarmee zeker ook ‘heg’.

Kardinaalsmuts, een inheemse plant die onderdeel kan zijn van een gemengde haag

De voordelen van een haag boven een schutting:

  • Een haag brengt leven in je tuin. In en onder hagen leven vaak honderden soorten dieren zoals vogels, insecten, ongewervelde dieren, kleine zoogdieren, reptielen en amfibieën. Hagen vormen een fijne schuilplek én voedselbron voor deze dieren. Vogels zoals merels nestelen er graag in en doen zich in de winter te goed aan de bessen die veel inheemse haagplanten vormen.
  • Hagen dragen bij aan de biodiversiteit, zeker wanneer je kiest voor een gemengde haag met verschillende (inheemse) soorten.
  • Een haag zorgt voor beschutting tegen wind. Schuttingen doen dat natuurlijk ook, maar achter dichte, windkerende schuttingen ontstaat altijd een valwind en die is juist slecht voor planten (en onaangenaam voor de mens). Hagen laten een beetje wind door, waardoor ze bij een stevige storm bovendien minder snel omwaaien dan een schutting.
  • Een haag zorgt voor een natuurlijke, ‘zachte’ afscheiding, en dus voor privacy. Groenblijvende hagen doen dat het hele jaar door in dezelfde mate; bladverliezende hagen laten in de winter meer licht door en dat kan ook heel aangenaam zijn.
  • Hagen vormen een barrière tegen bijvoorbeeld honden en katten; zeker haagplanten met doorns of stekels zijn effectief.
  • Met een zorgvuldig gekozen haag kun je bijdragen aan het herstel van cultuurhistorisch erfgoed (Zeeuwse haag, Gelderse haag, Maasheggen). Heggen en singels zijn van alle tijden en in delen van Nederland wordt getracht het oude boerenambacht van heggenvlechten (bijv. de Maasheggen) in stand te houden.
  • Hagen kunnen ook een voedselbron voor mensen zijn, bijvoorbeeld wanneer gekozen wordt voor een gemengde haag met vlierbes, hazelaar, framboos, egelantier.

Hoe en wanneer planten?

Haagplanten koop je het best als ‘wortelgoed’: dat zijn planten met kale wortels die in het rustseizoen (dat grofweg loopt van eind oktober tot begin maart) uit de grond worden gehaald en zonder kluit verkocht worden. Wortelgoed plant je zo snel mogelijk na aankoop, om te voorkomen dat de wortels uitdrogen. Je plant wortelgoed dus in het rustseizoen (eind oktober – begin maart), mits het niet vriest. Je kunt dus vandaag nog beginnen! Dit geldt overigens niet voor groenblijvende planten; die worden bij voorkeur in het voorjaar geplant. Wortelgoed heeft veel voordelen: zo zijn planten met kale wortel vaak een stuk goedkoper dan planten die in een pot zijn opgekweekt en met kluit worden verkocht. Bovendien hebben planten met kale wortel vaak minder moeite om zich aan te passen aan hun nieuwe omgeving, en hebben hun wortels zich vaak al goed verspreid en ontwikkeld op het moment dat de plant in het voorjaar gaat groeien.

Het planten van wortelgoed is eenvoudig: doe dit dus zo snel mogelijk na aankoop (lukt dat niet, bedek de wortels dan tijdelijk met een flinke schep aarde om uitdroging te voorkomen). Dompel de wortels voor het planten enige tijd onder in een emmer water. Graaf een ruim gat (of geul in geval van een haag), waarin de wortels voldoende ruimte krijgen, en verrijk de aarde met compost. Zet de plant net zo diep als hij voorheen ook stond (dit zie je aan de stam). Vul het gat (de geul) met aarde en compost en stamp goed aan. Geef voldoende water. Voor een dichte en bredere haag kun je ook een dubbele rij (zigzag-gewijs) planten. Hoe dicht je de planten op elkaar zet, hangt af van de gekozen soort(en) en van hoe snel je je haag dicht wil hebben. Door de haag 1 tot 2 keer per jaar te snoeien, bepaal je zelf hoe hoog (en breed) hij wordt.

Tip: wanneer je de haag als afscheiding met de tuin van de buren wil gebruiken, overleg dan altijd met je buren. In de regel geldt dat een haag 50 cm van de erfgrens af moet staan (gemeten vanaf de kern van de haag). Voor hagen op de grens met gemeentegoed is het altijd verstandig om bij je gemeente te informeren over de regels (zowel voor wat betreft de afstand tot de erfgrens als de toegestane hoogte van de haag).

Wilde liguster, een mooie, inheemse haagplant die in zachte winters groen blijft

Welke haagplanten kies je?

Er is volop keuze, bijvoorbeeld tussen bladverliezende en groenblijvende haagplanten, bes- of bottelvormende planten, met of zonder doorns/stekels. En kies je voor een haag van één soort, of juist voor een gemengde haag (beter voor de biodiversiteit)? Kies in ieder geval zoveel mogelijk voor inheemse soorten, en biologisch gekweekt.

Ik kan je helpen bij het maken van een keuze (e-mail me voor advies: info@debloeigaard.nl) en verder kun je op deze websites ook inspiratie op doen:

Tot slot: heb je geen ruimte voor een haag, overweeg dan het planten van een of enkele losse inheemse struiken of heesters. Daar doe je veel dieren ook een groot plezier mee. Op naar meer biodiversiteit en tuingeluk!

Gelderse roos, een inheemse haagplant