Soms is het in eens raak met bepaalde combinaties van planten: ze vormen samen dé perfecte compositie. Dat kan komen door een zorgvuldig uitgedacht beplantingsplan, het vak van de (ecologisch) tuinontwerper. Zie bijvoorbeeld de door mij samengestelde compositie op de bovenste foto. Maar vaak zijn het spontane combinaties van planten, onverwachte zaailingen bijvoorbeeld, die opeens de show stelen! Zoals op de onderste foto, uit dezelfde tuin. In een ecologische tuin, waar onverwachte zaailingen meestal van harte welkom zijn, kan je dat zo maar overkomen! Je moet er alleen oog voor hebben, want de in het oog springende plantcombinaties veranderen van maand tot maand. Dat is het leuke van tuinieren!
Wat maakt die bovenste compositie in de halfschaduw nou zo bijzonder? De direct in het oog springende plant is hier de amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides ‘Purpurea’) die nu bloeit met frisgroene bloemen op roodbruine stelen met paarsgroene bladeren. Die roodbruine kleur van de stengels komt terug in het blad van het purperklokje (Heuchera micrantha), rechts achter en links voor. Het jonge, diep ingesneden blad van de monnikskap (Aconitum napellus, voor de amandelwolfsmelk) herhaalt als het ware het ritme van de in een krans geplaatste bladeren van de amandelwolfsmelk. De monnikskap treedt in juni-juli met violetblauwe bloemen op de voorgrond. Die bloemen worden dan vergezeld door de bloemen van het prachtklokje (Campanula persicifolia). Je ziet het zwaardvormige blad van deze overblijvende plant op de voorgrond al verschijnen. De goede kijkers zien verder ook nog akelei (Aquilegia, links naast de amandelwolfsmelk), gele lis (Iris pseudacorus, rechts voor, geplaatst bij een waterpartij die op de foto net niet zichtbaar is), zegge (Carex morrowii, links voor), en de blauw bloeiende kaukasische vergeet-mij-nietjes (Brunnera macrophylla ‘Jack Frost’).
De onderste compositie is spontaan ontstaan. De bonte gele dovenetel (Lamium galeobdolon subsp. argentatum) pakt hier nu het podium. De wilde bijen zijn er blij mee! Het sint-janskruid (Hypericum perforatum) dat er rechts van staat, neemt de bloei straks van de gele dovenetel over: rond het Sint-Jansfeest op 24 juni laat deze plant zijn gele bloemen zien. Maar daarvóór al komt de goudsbloem (Calendula officinalis, rechts van het sint-janskruid) in beeld: vanaf mei laat deze eenjarige zijn geel-oranje bloemen zien. De plant heeft het op dit plekje naar zijn zin; ik vind hem er nu al een aantal jaren steeds op ongeveer dezelfde plek weer terug! De compositie is geslaagd vanwege de verschillende groen/geel tinten en diversiteit in bladvormen (eirond tot langwerpig). Op de voorgrond zie je nog net het langwerpige blad van duizendblad (Persicaria amplexicaulis), en links voor is het blad van Crocosmia (Montbretia) al zichtbaar. Deze plant geeft straks (vanaf juni) een extra oranje accent aan dit stukje border. De bonte gele dovenetel heeft het tegen die tijd overigens minder naar zijn zin hier; de border staat dan net te veel in de zon voor deze schaduwminnende soort.
De natuur componeert dus soms de prachtigste composities, en zelf kun je ook spelen met kleur en vorm. Let hierbij juist ook op bladkleuren en -vormen, en niet alleen op de bloeiwijze. Planten bloeien immers maar een relatief korte periode. Daarvoor en daarna moeten zij het hebben van hun bladeren.