Mulch, mulch, mulch…
Waarom er geen gemakkelijk uit te spreken Nederlands woord voor is weet ik niet, maar het is zó belangrijk voor de tuin: mulchen! Het klinkt Engels, maar het woord zou afstammen van het Middelhoogduitse ‘Molwic’ dat zoiets betekent als ‘zacht maken’. In de wereld van tuinieren houdt mulchen in dat je de bodem bedekt met organisch materiaal zoals compost, snoeiafval, gras, stro of bladaarde. Mulchen met anorganisch materiaal kan ook (bijvoorbeeld met fijn grind of lavakorrels), maar dat heeft minder voordelen dan mulchen met organisch materiaal.
Waarom is mulchen goed?
Mulchen met organisch materiaal heeft de volgende voordelen:
- Het gaat verdamping van vocht uit de bodem tegen, waardoor de bodem minder snel uitdroogt;
- Het voorkomt bodemerosie door zon en wind;
- Het stimuleert het bodemleven en brengt voeding en structuur in de bodem;
- Het gaat sterke temperatuurschommelingen van de bodem tegen en dat is goed voor de planten en het bodemleven;
- Het zorgt ervoor dat zaden van ongewenste wilde planten minder snel ontkiemen.
Mulchen met anorganisch materiaal heeft geen effect op het bodemleven en brengt ook geen voeding en structuur in de bodem. Anorganisch materiaal kan ook heel heet worden in de zomer en geeft daardoor juist eerder grote temperatuurschommelingen. Het heeft wel de andere bovengenoemde voordelen.
Waarmee mulchen?
Uit bovenstaande zal duidelijk zijn dat mulchen met organisch materiaal zinvoller is dan met anorganisch materiaal. Er zijn ontzettend veel soorten organisch materiaal beschikbaar om mee te mulchen. Hier volgt een greep uit de vele mogelijkheden.
Het meest simpele (en goedkoopste) is het ter plekke fijnknippen en laten vallen van snoeiafval uit je eigen tuin (ook wel de ‘chop and drop’ methode genoemd). Als je vaste planten bijknipt of onkruid wiedt (voordat het zaad heeft gezet!) kun je het ter plekke in kleine stukjes knippen en over de bodem verspreiden. Het zal snel verteren en geeft daarmee voedingsstoffen terug aan de bodem. Het is een vorm van circulair tuinieren.
Het zelfde kun je doen met gemaaid gras: hiervan kun je een dun laagje tussen je vaste planten aanbrengen als mulchlaag. Let er wel op dat je de laag niet te dik maakt; dan gaat het rotten en ontstaat zuurstofgebrek.
Vers gevallen blad kun je ook gewoon in de borders laten liggen. Het verteert langzaam, dus houd wel in de gaten dat de laag niet zo dik is dat vaste planten er in het voorjaar niet doorheen kunnen groeien. Groenblijvend blad is minder geschikt. Eikenblad en beukenblad zijn vanwege het hoge zuurgehalte en de langzame vertering ook iets minder geschikt om mee te mulchen, al zullen zuurminnende planten er juist van profiteren.
Sommige mensen vinden groenafval in vaste plantenborders rommelig (al verteert het meestal snel en ziet het er dus maar kortdurend rommelig uit). In dat geval zijn er ook verschillende andere opties. Je kunt compost gebruiken als mulch laag, of (goedverteerde) paardenmest rond planten die veel voeding nodig hebben. Bladaarde (verteerd blad) geeft minder voeding aan de bodem, maar is wel een goede structuurverbeteraar.
Stro is ook een goede optie, bijvoorbeeld in de moestuin. Het is vaak gemakkelijk te verkrijgen (let op: kies stro in plaats van hooi; in hooi zitten volop (onkruid-)zaden!).
Materialen met een zeer karakteristiek effect op het aanzien van een border zijn houtsnippers, boomschors, cacaodoppen en perzikpitten. Aan houtsnippers kleven een paar nadelen: je hebt snippers van kernhout nodig en die zijn moeilijk te krijgen. Een te dikke laag houtsnippers zorgt al snel voor zuurstofgebrek en uitdroging van de bodem. Woekeraars zoals bramen en brandnetels kunnen dan gaan groeien. De bodem raakt uit balans en hier zullen vooral jonge planten last van hebben. Onder heesters zijn houtsnippers echter een zeer goede mulch.
Het voordeel van boomschors boven houtsnippers is dat het dood organisch materiaal is en daarmee de bodem minder makkelijk uit balans brengt. Het is absorberend materiaal waardoor het goed is voor de vochtbalans van de bodem.
Cacaodoppen zijn een restproduct uit de cacaoindustrie. Ze brengen weinig voedingsstoffen in de grond, maar zien er mooi uit, ruiken lekker en zouden slakken op afstand houden. Ze zijn mogelijk wel giftig voor honden.
Perzikpitten worden steeds meer toegepast als mulchlaag, maar vooral ook als vorm van halfverharding op paden en opritten. Het is een natuurlijk restproduct dat keihard is en zeer langzaam vergaat. Het brengt weinig tot geen voedingsstoffen in de bodem.
Wanneer en hoe mulchen?
Idealiter is de grond rond planten het hele jaar bedekt. In het najaar breng je een dikke laag (5 cm) organische mulch aan die gedurende het najaar en de winter kan verteren. In het voorjaar helpt een laag van organische mulch de planten op gang die dan beginnen te groeien. Tussendoor vul je de mulchlaag steeds aan. Let op: van sommig materiaal, zoals gemaaid gras, kun je het beste slechts een dun laagje aanbrengen.
Bereid de grond voor door eventuele ongewenste wilde planten te verwijderen en de grond ruim te bevochtigen. Verdeel dan de mulch dan gelijkmatig over de kale bodem en zorg ervoor dat de planthalzen vrij blijven.